Werner Thiel werd geboren op 24 augustus 1923 in Dillenburg. Tijdens WO2 was hij piloot in de Luftwaffe. Hij overleed vrijdag 2 maart 2012 in Troisdorf (Duitsland).
Deze luitenant-kolonel was in 1943 gekazerneerd bij de « Luftkriegschule Werder » (Potsdam) en was getuige in oktober 1943 van het droppen van een tiental houten bommen op de houten nepvliegtuigen die de Duitsers hadden geïnstalleerd om de Geallieerden te misleiden. Op de bommen stond er geschreven « Wood for Wood »!
Werner Thiel pilote en 1943 Lors d'une rencontre en 2010
Dit uitzonderlijk getuigenis - het betreft een Duitse officier - werd gefilmd op 28 december 2010 door Pierre-Antoine Courouble, de auteur van "L'énigme des bombes en bois" en door Philippe Leynaud, maker van een documentaire over het onderwerp.( Youtube: ) Op het einde van het interview toast Werner Thiel op de gezondheid van de piloot verantwoordelijk voor deze spottende missie.
Jean Dewaerheid (België), Peter Haas (Duitsland) en Pierre-Antoine Courouble (Frankrijk) bundelen hun krachten om aan de andere kant van de Atlantische oceaan de « witte raaf » te zoeken. Een piloot die het op zich nam om de Duitsers belachelijk te maken door hun te laten weten dat men de list van valse vliegtuigen op valse vliegvelden doorhad.
De onderzoekers zijn meer dan ooit overtuigd dat het droppen van deze houten bommen geen indianenverhaal is. Hoog waarschijnlijk waren de acteurs van deze feiten Amerikaan. De zogenoemde « British humour » zou wel eens een grap « made in USA » kunnen zijn.
Uit de reportage over Werner Thiel, gefilmd op 28 december 2010.
Thiel: Ik ben geboren op 24 augustus 1923 in Dillenburg, in het midden van Duitsland. Na mijn studies in 1942, nam ik dienst bij de Luftwaffe. Eerst een opleiding in Frankrijk (Romorantin, Angers en Le Mans), daarna toegewezen op de basis van Werder (Berlijn). In die tijd was ik werkzaam op het nepvliegveld van Borkheide. Dicht bij de landingsbaan stond ons klein verblijf (vandaag noemt men zoiets een container) met daarnaast twee betonnen bunkers waar we ons konden schuilen tijdens de bombardementen op Berlijn. Op het einde van oktober 1942, was het alarm. We hadden nog juist de tijd om de landingsbaan enigszins te verlichten en enkele vliegtuigen te verplaatsen toen een eskader vijandige vliegtuigen overvloog.
PA Courouble: Hoeveel valse vliegtuigen waren er?
Thiel: Een tiental maximum. Ze waren gemaakt uit gekleurde stof en hout. Enkele nachten voordien werden we wakker gemaakt door verkenningsvliegtuigen en we wisten dat het binnenkort onze beurt zou zijn. We hoorden ze komen …
PA Courouble: Mag ik nog even onderbreken? Met hoeveel waren jullie op dat schijnvliegveld?
Thiel: Ongeveer tien man, misschien twaalf.
... We waren doodsbang voor die bombardementen. Maar deze keer gebeurde er niet veel. Enkel het lawaai van de vliegtuigen. Na het alarm zijn we voorzichtig naar buiten gekomen want we hadden schrik van tijdbommen. We konden onze ogen niet geloven: er lagen daar houten bommen op de grond! Tussen zes en tien, met de boodschap « Wood for Wood! »
PA Courouble: Waren die bommen hol?
Thiel: Ze waren mooi gepolijst, van massief hout. Onder ons was er een schrijnwerker van beroep. Hij kon dat hout best gebruiken en maakte er omlijstingen van voor onze foto’s.
PA Courouble: Hebben jullie alle bommen daarvoor gebruikt?
Thiel: Ja, allemaal. Niet alléén voor ons. We hadden ook onze collega’s van de andere secties. Zij vonden onze omlijstingen mooi en we hebben ze geruild tegen sigaretten, eieren, melk of nog rijst.
PA Courouble: Wat dachten jullie toen over dat bombardement met houten bommen?
Thiel: We zagen dat eerder als een grap. Wij kregen een beetje de boodschap van: « Kijk, jullie zijn dom. Het schijnvliegveld is zo slecht aangelegd dat het zelfs geen echte bommen waard is! »
(Werner Thiel heft zijn glas in de richting van de camera)
Thiel: JIk drink op de gezondheid van de piloten in het algemeen, en in het bijzonder op die Amerikaan die zijn plezier had om ons die houten bommen cadeau te doen. Prosit!...