" Ik ben diep onder de indruk van de kwaliteit van het werk. Het werd een mooi overzicht, compleet, sterk gedocumenteerd en gebaseerd op talrijke referenties en interviews van getuigen. Hier werd daarenboven baanbrekend werk geleverd omdat het onderwerp nooit echt is behandeld door historici. De geschiedenis van de ‘houten bommen’ biedt niet alléén een interessante benadering van één van de minst bekende aspecten van de laatste wereldoorlog. Het scheidt zich af van de traditionele militaire geschiedenisboeken die dit soort verhalen misschien al wat vlug bestempelen als mythen of legenden."
David WHITING, zoon van Lord DOWDING.
Oud-RAF-technieker en journalist.
Fréjus, 15 april 2009.
« Ik heb uw boek in één keer doorgelezen. Ik apprecieer uw manier om de zaken op een bijzondere manier voor te stellen. Uw andere werken moet ik beslist ook lezen. Ik heb de Engelse versie naar een goede Amerikaanse vriend doorgestuurd. Professor Tom Hatfield van de Universiteit van Texas in Austin is hoofd van het departement geschiedenis en is tevens gespecialiseerd in de geschiedenis van de Tweede wereldoorlog. Hij liet me onlangs weten dat hij diep onder de indruk was van uw boek et dat hij het aan zijn studenten aangeraden heeft ».
Walter VERSTRAETEN
Historicus.
Antwerpen, 23 juni 2009
"Het boek van Pierre-Antoine Courouble heeft het voordeel alles te bundelen wat er ooit geschreven werd over één der grootste mythes van WO2 ".
Philippe BAUDUIN.
L'Aerobibliothèque. 19 augustus 2009.
“Heb zojuist uw boek uitgelezen. Het loopt als een sneltrein. Hoewel ik geen specialist in die materie ben, moet ik toegeven dat het een waar genoegen was de verschillende denkpistes te volgen. Proficiat voor de spanning, een thriller waardig. Mijn vader zou het geweldig gevonden hebben. Dank u.”
Alain MORINAIS, , ondernemer en schrijver. Zoon van een getuige in het boek.
Cachan, 3 oktober 2009.
"Dit boek is het eerste over een onderwerp dat eigenlijk nooit behandeld werd door specialisten. De auteur levert ons een ware thriller om de waarheid te achterhalen".
Georges BERNAGE, 39-45 Magazine.
November 2009
"Pierre-Antoine Courouble behandelt een nauwelijks onderzocht onderwerp. Een onverwacht boek rijkelijk gedocumenteerd. "
Bernard BOMBEAU, Journalist, redactie verantwoordelijke bij Air & Cosmos. Lid van de 'Académie Nationale de l'Air et de l'Espace’ (ANAE).
20 november 2009.
"Een dergelijk onderwerp behandelen uit geschiedkundige belangstelling: je moet het maar durven! De waarheid achter het gerucht? De auteur heeft de verdienste zijn eigen mening niet op te leggen."
Christophe CONY. Auteur en journalist gespecialiseerd in de geschiedenis van de luchtvaart.
Revue Avions Magazine. Januari 2010.
"Het Mysterie van de Houten Bommen” leest als een sneltrein. Goed opgebouwd en naar een climax toe. Een buitengewoon boek, uiterst gedocumenteerd waarbij de lezer zijn eigen mening kan vormen.”
Peter HAAS, vertaler van de Duitse versie.
Troisdorf, 22 februari 2010.
Er zijn verschillende oorlogswapens… Dat men de vijand probeert belachelijk te maken is van alle tijden. Hoe zouden de Duitsers reageren na het droppen van die houten bommen?
Alfred PARAVY. Commandant. Oud-piloot van het Smaldeel Navarre in 44-45, daarna testpiloot te Mont de Marsan tot in 1967.
Aix-en-Provence, 17 maart 2010.
"Hallo Pierre, Prima werk geleverd met je “Houten Bommen”. De criticasters heb je voor schut gezet. Groetjes."
Darrell H. EGBERT, Luitenant-kolonel van de USAF. Piloot bommenwerper 1943.
18 april 2010.
"Het boek van PA Courouble behandelt een onderwerp dat door niemand eerder echt besproken werd. Weliswaar is het gegeven op zich nog voor een groot stuk taboe: met de oorlog valt niet te lachen! Piloten van amper 20 jaar oud die de vijand belachelijk willen maken door het droppen van houten bommen op houten vliegtuigen. Of maakte het deel uit van psychologische oorlogvoering? Tegenover het stilzwijgen van de autoriteiten plaatst Courouble enkele denkpistes die grondig onderzocht werden. Op het einde van het boek laat de auteur de lezer zelf kiezen: betreft het hier een indianenverhaal of hebben de RAF, USAF of Luftwaffe wel degelijk een rol gespeeld in dit mysterie?"
Eberhard EIMLER, oud-generaal van de Luftwaffe. Inspecteur generaal van de Luftwaffe van 1983 tot 1987.
14 september 2010.
"De heer Courouble verricht een onderzoek over een historisch onderwerp. Persoonlijk was ik getuigen van het droppen van houten bommen op onze houten nepvliegtuigen. In 1943 was ik inderdaad gekazerneerd op een nepvliegveld in de buurt van Potsdam. Toen was ik nog maar een jonge piloot, toegewezen aan de Luftkriegschule Werder. Ik hoop dat meneer Courouble ooit een piloot vindt die verantwoordelijk was voor dat droppen. Ik drink alvast op de gezondheid van de piloot die toen houten bommen op onze hoofden dropte! "
Werner THIEL. Luitenant-kolonel van de Luftwaffe.
Troisdorf, 28 december 2010. (Werner Thiel werd geboren te Dillenburg op 24 augustus 1923 en overleed te Troisdorf op vrijdag 2 maart 2012).
"Ik was amper 10 jaar oud toen mijn vader me vertelde dat de “Engelsen” in Tunesië een nepvliegveld hadden gebombardeerd met houten bommen. Waarom “Engelsen” en geen “Amerikanen” ? Daarenboven werd deze raid vervolgd door een echt bombardement op het echt vliegveld. Uw werk heeft de verdienste een ophelderende blik te werpen op een onderwerp dat haast nooit ter sprake kwam. Het is maar al te gemakkelijk wat men niet kent te bestempelen als iets dat niet bestaan zou hebben."
Thierry GEHAN. Luitenant-kolonel (R), Franse luchtmacht. Stichter van “Les Anciens Aerodromes en van l’ANORAA (Association Nationale des Officiers de Réserve de l’Armée de l’Air).
Nanterre, 22 februari 2011
"Ik ben trouwens verbaasd dat de zaak vandaag een onderwerp tot discussie is geworden. Het droppen van houten bommen waren geenszins persoonlijke initiatieven van piloten. We hebben hier te maken met geplanifieerde missies in het kader van psychologische oorlogvoering, naar het voorbeeld van dropping van pamfletten. Tijdens mijn historisch onderzoek in de Cotentin werd ik herhaaldelijk geconfronteerd met de zaak van de houten bommen. Ik heb verschillende getuigen ontmoet waaronder een Canadese flight officer die zulke operaties uitgevoerd heeft in het kader van het SOE (Special Operation Executive). Bedankt voor het schrijven van uw boek."
Dr Jean-Pierre BENAMOU. Historicus, stichter van het Memoriaal van Bayeux. Voorzitter van de « D-day Academy”. Co-stichter van het « Magazine 39-45 » et van het Memoriaal van Caen.
Bayeux, 15 april 2011.
"Ik ben geweldig geïnteresseerd in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en moet toegeven dat uw boek ontzettend boeiend is. Op het internet heb ik verschillende van uw criticasters aan het woord gezien en begrijp niet altijd hun op- en aanmerkingen. In ieder geval proficiat voor uw onderzoek en dank u wel voor die mooie leesmomenten. ".
Dr Olivier DEVANT.
Marseille, 8 juli 2011.
"Pierre-Antoine Courouble is sinds het begin lid van onze vereniging “Anciens Aérodromes”. Zijn historische opzoekingen over de geschiedenis van het vliegveld van Lille-Lesquin evenals zijn onderzoek naar het droppen van houten bommen, zijn steeds met nauwkeurigheid uitgevoerd. Meermaals werden we geconfronteerd met dat verhaal van houten bommen en Pierre-Antoine heeft de verdienste gehad de strijd nooit op te geven, dit ondanks de vele vooroordelen en de haast onbegrijpelijke hostiliteit van sommigen."
Laurent BAILLEUL. Voorzitter en Stichter van "Anciens aérodromes" onderluitenant van de Franse Luchtmacht.
Merville, 22 december 2012.
"Ik heb zojuist "L'énigme des bombes en bois" gelezen en sta onder de indruk van het gepresteerde werk. Het is een interessant boek dat geen enkele denkpiste schuwt. Knap onderzoekingswerk. Bravo en … doe zo voort".
Daniel JOUSSE.
La Mémoire de Bordeaux-contrôle, 13 januari 2013.
"Geachte heer Courouble,
Graag had ik mijn persoonlijke ervaring als jachtpiloot aan uw lijvig dossier willen bijvoegen. Ruim dertig jaar vlieg ik al op F-100 "Super-Sabre", Mirage en andere Jaguar en ja, houten bommen hebben bestaan, hetzij als oefenbommen, hetzij als antwoord op een provocatie. Op het einde van WO2 heeft men vooral de nadruk gelegd op de “geslaagde missies” van de Geallieerden. Wat de vijandige Duitsers gepresteerd hadden, werd begrijpelijk in mineur behandeld. De Geallieerden kenden de schijnvliegvelden van de Duitsers en omgekeerd. Van beide kampen werd er gebombardeerd met houten bommen om de vijand duidelijk te maken dat men de list door had. Deze “missies” waren uiteraard ver van officieel. Persoonlijk denk ik dat de beslissingen genomen werd op het niveau van het smaldeel. Houten bommen werden toen als goedkopere oefenbommen gebruikt omdat ze dezelfde ballistische eigenschappen hadden als de echte bommen. Dichter bij ons, tijdens Operatie "Harmattan" in Libië, werden inerte bommen gedropt op officiële doelwitten (bevestigd door de Franse Luchtmacht). Omdat het droppen uiterst precies kan gebeuren, werd er overwogen om bij voorbeeld licht gepantserde wagens te bombarderen met inerte bommen. Dankzij de kinetische energie van de bom werd het voertuig vernield zonder randschade of collateral damage. Met vriendelijke groeten".
Pierre-Alain ANTOINE, oud-kolonel gevechtspiloot en oud-leider van de “Patrouille de France”.
" Vandaag bestaat het indianenverhaal niet meer, het is een historisch bewezen feit".
David WHITING, zoon van Lord DOWDING. Oud-RAF-technicus en journalist.
Bron: Engels forum “Battle of Britain Historical Society” 23 september 2009.
« Dit boek is het eerste over een onderwerp dat eigenlijk nooit behandeld werd door specialisten. De auteur levert ons een ware thriller om de waarheid te achterhalen.
Georges BERNAGE, 39-45 Magazine.
November 2009
“Toen ik twee jaar geleden begon aan mijn zoektocht naar documentatie over de plaatselijke geschiedenis, kon ik niet vermoeden dat ik het voorwoord zou schrijven van “L’Enigme des Bombes en Bois”.
Twee weerstanders uit mijn gemeente vertelden me over het nepvliegveld dat de Duitsers in Peutie hadden aangelegd als afleiding voor het echte vliegveld in Melsbroek. Eén van hen gaf deze informatie door aan Londen. Tot zijn verbazing én grote voldoening kwam de RAF de houten vliegtuigen van het nepvliegveld bombarderen met … houten bommen. Hij wist me verder te vertellen dat er iemand uit Peutie een dergelijk bom had meegenomen naar huis. Om de man met de houten bom op te sporen, deed ik een oproep naar informatie. Ik maakte me echter weinig illusies want een levende getuige terugvinden bijna 70 jaar na de feiten leek me een onmogelijke taak. De plaatselijke pers werkte mee en al gauw ontving ik de eerste reacties. Verschillende specialisten van heemkundige kringen lieten me vriendelijk verstaan dat die geschiedenis van houten bommen pure fantasie was, eigenlijk een veel voorkomend indianenverhaal. Hun argumenten klonken dan ook overtuigend: de RAF zou geen kostbare vliegtuigen gebruiken, noch let leven van haar piloten op het spel zetten om houten bommetjes te gaan droppen op vliegvelden die geen enkel strategisch belang vertoonden. Het was daarenboven technisch onmogelijk zulke bommen te droppen. Waarom zouden de Geallieerden de vijand verwittigen dat ze zijn list doorhadden? Enzovoort, enzovoort.
En daar zat ik dan: aan de ene kant twee betrouwbare weerstanders met een intact geheugen, aan de andere kant de geschiedkundige specialisten. Wie kon en zou de waarheid brengen? Als dat verhaal waar was, dan zou de RAF het toch kunnen bevestigen, dacht ik. Ik nam bijgevolg contact met de RAF, het Imperial War Museum, de RAF en nog enkele andere Engelse organisaties die zich bezighouden met WO2. Resultaat: nul op de ganse lijn. Ofwel wisten ze van niets, ofwel toonden ze niet de minste interesse voor het verhaal. Met andere woorden: ze stuurden hun kat.
Dan maar googelen. Na enig speurwerk viel ik op de aankondiging van de verschijning van “L’Enigne des Bombes en Bois” van een zekere Pierre-Antoine Courouble. Ik belde hem op en een uurtje later stelde hij me voor zijn boek in het Nederlands te vertalen!
Nu zat ik echt vast. Nog nooit een boek vertaald en dan nog over een onderwerp dat ik niet echt kende vermits ik juist op zoek was naar informatie hierover. Vandaag ben ik bijzonder blij met het bekomen resultaat. Het werk dat de lezer in de handen houdt, is niet alléén een boeiend verhaal, maar tevens het begin van een nieuwe zoektocht. Elke dag komen nieuwe getuigenissen naar boven. Telkens vergen ze bijkomend onderzoek. De legendarische houten bommen worden geleidelijk aan … Geschiedenis.
Jean Dewaerheid, oud-lector aan de Haute Ecole Lucia de Brouckère, Brussel. Schrijver en conférencier.
Machelen, 1 november 2009.